The Story with Royal Enfield Motorcycles Photographs
Posts tonen met het label banden. Alle posts tonen
Posts tonen met het label banden. Alle posts tonen
2005 voorjaar - Crusader, nieuwe banden
voorjaar 2005
De laatste weken was het echt winter. Mijn garage is dan niet warm te krijgen en ik heb dan ook niet zoveel gedaan. De Crusader staat nog steeds op de hefbrug en ik heb alle bedrading nagelopen. Ik heb de vonkenmachine aangesloten en getest (hij werkt) met de in Wormer aangeschafte gel-accu, De 6V 10A gell-accu past precies op zijn kant dwars in het linker gereedschapskastje en wordt op zijn plaats gehouden door enkele rubberen opvulstukken en verankerd met een staaldraad. Aanvankelijk was het een aarzelend vonkje, maar na een beetje vijlwerk vonkt-ie weer als de beste.
Vervolgens de kleppen gesteld. In tegenstelling tot bij de Bullet is er niet zo’n handig dekseltje waar je de stoterstangen en dus de kleppen gemakkelijk kunt stellen. Het kleppendeksel bovenop de cilinder moet er af en de kleppen moeten gesteld worden op de tuimelaars. Van de koplamp heb ik de reflector wat opgepoetst, maar toch twijfel ik of deze nog voldoende reflecteert voor de keuring. Misschien kan ik beter tijdelijk de koplamp van de Bullet gebruiken. De casquette is tenslotte hetzelfde en de koplamp zelf ook. De Crusader is alleen 6 Volt, dus een ander lampje volstaat.
Daarnaast moet ik nog een werkende teller hebben, want een leeg gat in de casquette mag natuurlijk niet. Als een teller gemonteerd is moet deze het ook doen. Een teller hoeft alleen niet als deze ook bij de oorspronkelijke motor een optie was en geen standaard artikel (dit was o.a. bij Coby het geval, maar die teller deed het op dat moment).
Tijdens de koude weken heb ik boven op zolder een tijdelijke spuitcabine ingericht gemaakt van grote kartonnen dozen. Ondanks dat ik het raam tijdens het spuien open had stonk het als de hel. Ik heb de nummerplaat– en achterlichthouder en het hulpframe voor het achterspatbord natuurlijk in de standaardkleur zwart gespoten. Na mijn proefritjes met de Freebird éénwielige aanhanger kwam ik (ook naar aanleiding van dezelfde ervaringen van Martin) tot de conclusie dat het achterframe van de Bullet wat stijver moest worden. Ik heb van dikke verwarmingsbuis twee steunen gemaakt van het koppelingshulpstuk naar de bovenste bevestiging van de achtervering elementen. Wanneer deze steunen bevestigd zijn zit er geen beweging meer in het achterframe. Het viel trouwens al mee, waarschijnlijk vanwege mijn stevig uitgevoerde bagagedrager die als verbinding tussen het linker en rechter achterframe fungeert. Ook deze extra steunen zijn op zolder zwart gespoten.
Voorlopig zal ik de plaatdelen van de Crusader, die allemaal rood zijn, niet opnieuw spuiten, maar hoogstens met een kwastje wat bijwerken, zodat ze niet meer roesten. Daartoe bij Halfords wat van die kleine bijwerkflesjes verf gekocht in diverse tinten rood. De eerste was te donker, de tweede te licht. De derde was precies goed. Nu kan ik dus alle kale plekjes opvullen, zodat het in ieder geval niet gaat roesten.
Sinds het eind van vorig jaar ben ik op zoek naar een band voor het voorwiel van de Crusader. Deze heeft een maat van 17”x3.25” en die is in een klassieke uitvoering voor zover ik weet nergens te koop. Ik ben bij diverse motorzaken, bandenboeren en klassieke motorfiets onderdelen geweest, maar alleen maar smaller (2.75”) of breder (3,5”4”). Op internet had ik op de site van Hitchcocks wel gezien dat zij een 3.25” Avon band leverden (jawel hetzelfde type als voor de Bullet, maar dan in 17”). Geruchten gaan dat zij zo nu en dan een speciale batch laten maken bij Avon, die de 17”x 3.25” MKII niet meer in hun standaard assortiment hebben. Peter heeft de band voor mij besteld en op de clubdag in maart meegenomen. Ik heb hier bij de lokale Safe een passende binnenband en velglint gekocht, die ik vergeten was mee te bestellen. Het moeilijkste was om de oude band te verwijderen. Deze was helemaal uitgedroogd en aan de binnenkant van de velg vastgekoekt. Nadat ik de binnenband,.het velglint en de binnenkant van de buitenband met talkpoeder het ingestrooid heb ik de nieuw band er om gelegd en opgepompt. Twee 17” wielen weer voorzien van Avon MkII banden.
2004 april - J2 1949 Aanschaf and Crusader 1957 reviving
( zie website Royal Enfield Motorcycles Photographs voor de plaatjes )
Op 10 april 2004 zat ik flink te werken (ik ben ambtenaar) bij de gemeente, toen een collega, die net een paar motorrijlessen gehad had, mij terloops zei “weet je dat er een Royal Enfield te koop staat op marktplaats?”. Ik kijk daar wel regelmatig, maar deze had ik nog niet gezien. We hebben daar samen even gekeken en ik dacht eerst dat het een model G was, maar volgens de begeleidende tekst was het een 500 cc model J. Maar de foto die er bij stond liet duidelijk twee uitlaten zien, één links en één rechts van de motor. Het moest dus een model J2 zijn. Volgens de advertentie was de motor uit 1948.
Nou dat klopt wel ongeveer, want het model J2 was een voortborduursel op het model J dat samen met het 350cc model G één van de eerste weer geproduceerde modellen was van na de oorlog. Feitelijk was het het vooroorlogse model echter voorzien van de door Enfield zelf ontwikkelde en gepatenteerde telescopische voorvork. Achter vering was er nog niet. Het model J2 werd in die eerste jaren na de oorlog met name geëxporteerd.
Maar goed verder met het verhaal… Thuis gekomen bleef de foto en de advertentie maar steeds op de achtergrond in mijn hoofd rondspoken. Ik heb alle boeken die ik heb nagezocht op dit model J2 en ook internet nageplozen. Er zijn maar weinig van deze motorfietsen in omloop en veel er van zijn vanuit Engeland geëxporteerd. Ik heb thuis een paar keer terloops de foto laten zien en gewezen op de lege plaats in de garage (waar de Guzzi stond). Ik heb ook geïnformeerd bij de verkoper naar de staat van de motor en de voorgeschiedenis. De staat was volgens hem redelijk en de motor was redelijk compleet. Een enkel onderdeel ontbrak, zoals het achter kettingscherm en delen van de dynamo. Volgens zijn zeggen was de motor geïmporteerd uit Argentinië, samen met een hele lading klassiekers, zoals Harley Davidson, Indians en Nortons. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, bij de aanschaf van mijn Crusader, die uit Zuid Afrika kwam.
In ieder geval was Big Jay in goed gezelschap (Norton) toen hij the big pond overstak. Na nog wat overleg met Sheila heb ik na een maximale prijs genoemd te hebben een afspraak gemaakt om de motorfiets te bekijken en wanneer ik het wat vond zou ik hem meteen mee nemen. Dus op 18 April 2004, een week na het eerste oogcontact, reed ik met mijn aanhangertje achter de auto en een stapel briefjes van 50 in mijn zak, richting Brabant. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, ook voor de Crusader moest ik naar Brabant. Waarschijnlijk een goede provincie voor de motorhandel.
Na het nuttigen van een kopje koffie gingen we naar een meubelfabriek waar de verkoper eigenaar van was en daar stond Big Jay in zijn rode maatpak, dik in het vet. De motor zag er inderdaad zeer compleet uit, hoewel het achterspatbord was ingekort. Voor de rest zag wat er was er ook nog eens goed uit. Weliswaar was alles, maar dan ook alles, wat niet chroom of aluminium was in Argentijns brandweer rood gespoten, maar het zat er wel netjes op. Het chroom had wel wat roestvlekjes.
Ik heb de motor niet horen lopen, maar er zat wel voldoende compressie op. De man verzekerde mij dat hij er kortgeleden een proef stukje op gereden had . Ik geloofde hem op zijn woord. Na het ruilen van papier, ik een stapeltje bankbiljetten en hij een kopie van de importpapieren, hebben we de J2 op de aanhanger gehesen en vastgesjord. Dan is het zo’n mooi gevoel met een aanhangerjte terug te rijden en in je spiegel steeds die koplamp midden in de achterruit te zien.
Thuisgekomen was de hele straat uitgelopen, nou ja Sheila dan, en ik heb Red Jay binnen in de garage gezet. ‘s Avonds heb ik nog wat detailfoto’s gemaakt. Meer kon ik toen niet doen.
De volgende dag de motor weer naar buiten gesleept, om tussen de regenbuien door toch weer wat foto’s te maken, die ook op mijn website Royal Enfield Motorcycles Photographs te zien zijn in het onderdeel Personal.
Ik heb op internet gezocht naar Royal Enfield J2 en vond de site van Carolyn Dougherty (http://www.intemperance. net/carolyn), waarop ze haar avonturen beschrijft met Henry eveneens een J2 uit 1949. Amerikaanse Carolyn die ik ontmoette op de Redditch Revisited happening is van plan haar motor verhalen in boekvorm te laten verschijnen. Mooie foto’s en leuke reisverhalen.
Verder vond ik een klein aantal sites in Scandinavië, Brazilië, Zweden en Finland. Niets in Engeland, behalve veel sites waar werkplaatsboeken e.d. te koop waren.
Via Gordon May van Royalenfieldbooks (www.royalenfieldbooks.com) en voormalig editor van het digitale tijdschrift The BulletIn (dat helaas niet meer bestaat) heb ik de cd Royal Enfield Singles besteld. Deze CD die 25 Euro kost bevat van bijna alle Engelse een cilinders de werkplaatshandboeken, onderdelenen instructieboeken. Dus ook van de J2. Bovendien heb ik bij hem het boekje made in Redditch gekocht. Hierin hele mooie oude foto’s van bijna alle Royal Enfield modellen.
Op het voorspatbord van Red Jay zaten twee stickers, één er van was van een klassieke motorclub in Argentinië. Weer terug naar de computer om de club op te zoeken. Slechts één site gaf wat informatie over een treffen dat die club organiseerde in 2002. Maar er stond ook een naam en een e-mail adres bij. Ik heb die man dus een mailtje gestuurd. Geschreven in het Engels met een vertaling er bij in het Spaans. En ik spreek niet eens Spaans. Op internet zijn gelukkig diverse automatische vertaalsites, waar je stukken tekst, maar ook complete sites kunt vertalen. Het resultaat is niet altijd om over naar huis te schrijven, maar volgens mij wel begrijpbaar.
Ik heb eens een stukje uit het Engels naar het Spaans vertaald en dit weer naar het Engels. De man van de motorclub schreef terug (in het Spaans) dat hij me wel wilde helpen en dat er in Argentinië een vroegere importeur van Royal Enfield was. Hij moest alleen het motor en frame nummer hebben. Dat heb ik hem ook weer gemaild en ik ben nu in afwachting.
Natuurlijk heb ik ook bij de Engelse Royal Enfield Owners Club gebruik gemaakt van de dating service. Nee, dit is geen buro dat afspraakjes met mooie dames regelt, maar een service die in de oude fabrieks boeken exact kan opzoeken wanneer en aan wie de motor afgeleverd werd af fabriek. In het geval van Red Jay was dit 31 december 1948 aan een bedrijf met de naam Sanpertex.
Vreemde datum trouwens om een motorfiets af te leveren. De naam van het bedrijf kon trouwens ook wel eens wat anders zijn, want de tekst in de boeken was “appallingly written”. Dus Sanpertec, Sangertex, Sangertec kon ook. Maar misschien gezien de relatie met Argentinië stond er wel Sargentec. Ik hoop daar via mijn Argentijnse connectie meer over te weten te komen.
Een week later was het weer wat beter weer en heb ik Red Jay weer naar buiten gerold, weer een aantal foto’s gemaakt. Vervolgens kon ik het toch niet laten. Ik heb was benzine in de tank gedaan, kraantje open, even vlotteren en na een heleboel trappen kwam de grote ééncilinder tot leven. Natuurlijk heb ik er maar een paar meter op gereden, maar de motor voelt een stuk krachtiger aan dan kleine mrs. Coby. Hij heeft met zijn 21 pk natuurlijk ook bijna net zoveel vermogen als een Indiase Bullet.
De achterrem deed helemaal niets en bij het aangrijpen van de voorrem wilde de linker telescoop poot rechts de hoek om, dus heb ik Big Jay maar langzaam laten uitrollen. Het blok klonk trouwens goed, dus daar heb ik goede hoop op. Bij deze motor zal het meer zitten in de details. Remmen, voorvork, dynamo, kettingkast enzovoort hebben aandacht nodig.
Maar voorlopig ben ik nog met de Sir Lancelot de Crusader bezig. Deze staat na de facelift van Coby alweer een tijdje op de heftafel, ontdaan van al haar blik. Het frame heeft een vers laagje Hammerite. Alle elektrische onderdelen zijn verwijderd, net als de carburateur en de beide deksels links en rechts van het carter. Ook de grote gereedschapstrommel is uit het frame gehaald en is opnieuw gespoten. Ook achter de beide deksels ziet het er op het eerste gezicht wel goed uit. De kettingen zijn nog goed en gespannen. Ik moet alleen nieuwe pakkingen maken. Daarvoor heb ik bij Peter’s Classic Bike parts een rol pakkingpapier gekocht. De eerste is al geknipt, alleen de gaatjes voor de bouten moeten er nog uit geslagen worden. Ook had hij toevallig nog een 17” Avon SM band, die ik maar heb meegenomen. Op internet had ik al gezien dat het moeilijk zou worden om goede “klassieke” 17” banden te krijgen. Maar goed, één heb ik er al. Nu de voorband nog.
Zodra het weer het toelaat, regen dus, ga ik weer verder. Eerst de elektrische installatie proberen. Kijken of er een vonkje wil komen als ik een 6-volt accu aansluit en de kickstarter beweeg. Daarna de gereedschapstrommel weer plaatsen, de bedrading definitief weer aanleggen, de wielen van de nieuwe banden voorzien en ze weer op hun plaats zetten.
Allemaal spannende zaken in mijn garage dus en ik laat het jullie allemaal weten, tot vervelens toe.
Op 10 april 2004 zat ik flink te werken (ik ben ambtenaar) bij de gemeente, toen een collega, die net een paar motorrijlessen gehad had, mij terloops zei “weet je dat er een Royal Enfield te koop staat op marktplaats?”. Ik kijk daar wel regelmatig, maar deze had ik nog niet gezien. We hebben daar samen even gekeken en ik dacht eerst dat het een model G was, maar volgens de begeleidende tekst was het een 500 cc model J. Maar de foto die er bij stond liet duidelijk twee uitlaten zien, één links en één rechts van de motor. Het moest dus een model J2 zijn. Volgens de advertentie was de motor uit 1948.
Nou dat klopt wel ongeveer, want het model J2 was een voortborduursel op het model J dat samen met het 350cc model G één van de eerste weer geproduceerde modellen was van na de oorlog. Feitelijk was het het vooroorlogse model echter voorzien van de door Enfield zelf ontwikkelde en gepatenteerde telescopische voorvork. Achter vering was er nog niet. Het model J2 werd in die eerste jaren na de oorlog met name geëxporteerd.
Maar goed verder met het verhaal… Thuis gekomen bleef de foto en de advertentie maar steeds op de achtergrond in mijn hoofd rondspoken. Ik heb alle boeken die ik heb nagezocht op dit model J2 en ook internet nageplozen. Er zijn maar weinig van deze motorfietsen in omloop en veel er van zijn vanuit Engeland geëxporteerd. Ik heb thuis een paar keer terloops de foto laten zien en gewezen op de lege plaats in de garage (waar de Guzzi stond). Ik heb ook geïnformeerd bij de verkoper naar de staat van de motor en de voorgeschiedenis. De staat was volgens hem redelijk en de motor was redelijk compleet. Een enkel onderdeel ontbrak, zoals het achter kettingscherm en delen van de dynamo. Volgens zijn zeggen was de motor geïmporteerd uit Argentinië, samen met een hele lading klassiekers, zoals Harley Davidson, Indians en Nortons. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, bij de aanschaf van mijn Crusader, die uit Zuid Afrika kwam.
In ieder geval was Big Jay in goed gezelschap (Norton) toen hij the big pond overstak. Na nog wat overleg met Sheila heb ik na een maximale prijs genoemd te hebben een afspraak gemaakt om de motorfiets te bekijken en wanneer ik het wat vond zou ik hem meteen mee nemen. Dus op 18 April 2004, een week na het eerste oogcontact, reed ik met mijn aanhangertje achter de auto en een stapel briefjes van 50 in mijn zak, richting Brabant. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, ook voor de Crusader moest ik naar Brabant. Waarschijnlijk een goede provincie voor de motorhandel.
Na het nuttigen van een kopje koffie gingen we naar een meubelfabriek waar de verkoper eigenaar van was en daar stond Big Jay in zijn rode maatpak, dik in het vet. De motor zag er inderdaad zeer compleet uit, hoewel het achterspatbord was ingekort. Voor de rest zag wat er was er ook nog eens goed uit. Weliswaar was alles, maar dan ook alles, wat niet chroom of aluminium was in Argentijns brandweer rood gespoten, maar het zat er wel netjes op. Het chroom had wel wat roestvlekjes.
Ik heb de motor niet horen lopen, maar er zat wel voldoende compressie op. De man verzekerde mij dat hij er kortgeleden een proef stukje op gereden had . Ik geloofde hem op zijn woord. Na het ruilen van papier, ik een stapeltje bankbiljetten en hij een kopie van de importpapieren, hebben we de J2 op de aanhanger gehesen en vastgesjord. Dan is het zo’n mooi gevoel met een aanhangerjte terug te rijden en in je spiegel steeds die koplamp midden in de achterruit te zien.
Thuisgekomen was de hele straat uitgelopen, nou ja Sheila dan, en ik heb Red Jay binnen in de garage gezet. ‘s Avonds heb ik nog wat detailfoto’s gemaakt. Meer kon ik toen niet doen.
De volgende dag de motor weer naar buiten gesleept, om tussen de regenbuien door toch weer wat foto’s te maken, die ook op mijn website Royal Enfield Motorcycles Photographs te zien zijn in het onderdeel Personal.
Ik heb op internet gezocht naar Royal Enfield J2 en vond de site van Carolyn Dougherty (http://www.intemperance. net/carolyn), waarop ze haar avonturen beschrijft met Henry eveneens een J2 uit 1949. Amerikaanse Carolyn die ik ontmoette op de Redditch Revisited happening is van plan haar motor verhalen in boekvorm te laten verschijnen. Mooie foto’s en leuke reisverhalen.
Verder vond ik een klein aantal sites in Scandinavië, Brazilië, Zweden en Finland. Niets in Engeland, behalve veel sites waar werkplaatsboeken e.d. te koop waren.
Via Gordon May van Royalenfieldbooks (www.royalenfieldbooks.com) en voormalig editor van het digitale tijdschrift The BulletIn (dat helaas niet meer bestaat) heb ik de cd Royal Enfield Singles besteld. Deze CD die 25 Euro kost bevat van bijna alle Engelse een cilinders de werkplaatshandboeken, onderdelenen instructieboeken. Dus ook van de J2. Bovendien heb ik bij hem het boekje made in Redditch gekocht. Hierin hele mooie oude foto’s van bijna alle Royal Enfield modellen.
Op het voorspatbord van Red Jay zaten twee stickers, één er van was van een klassieke motorclub in Argentinië. Weer terug naar de computer om de club op te zoeken. Slechts één site gaf wat informatie over een treffen dat die club organiseerde in 2002. Maar er stond ook een naam en een e-mail adres bij. Ik heb die man dus een mailtje gestuurd. Geschreven in het Engels met een vertaling er bij in het Spaans. En ik spreek niet eens Spaans. Op internet zijn gelukkig diverse automatische vertaalsites, waar je stukken tekst, maar ook complete sites kunt vertalen. Het resultaat is niet altijd om over naar huis te schrijven, maar volgens mij wel begrijpbaar.
Ik heb eens een stukje uit het Engels naar het Spaans vertaald en dit weer naar het Engels. De man van de motorclub schreef terug (in het Spaans) dat hij me wel wilde helpen en dat er in Argentinië een vroegere importeur van Royal Enfield was. Hij moest alleen het motor en frame nummer hebben. Dat heb ik hem ook weer gemaild en ik ben nu in afwachting.
Natuurlijk heb ik ook bij de Engelse Royal Enfield Owners Club gebruik gemaakt van de dating service. Nee, dit is geen buro dat afspraakjes met mooie dames regelt, maar een service die in de oude fabrieks boeken exact kan opzoeken wanneer en aan wie de motor afgeleverd werd af fabriek. In het geval van Red Jay was dit 31 december 1948 aan een bedrijf met de naam Sanpertex.
Vreemde datum trouwens om een motorfiets af te leveren. De naam van het bedrijf kon trouwens ook wel eens wat anders zijn, want de tekst in de boeken was “appallingly written”. Dus Sanpertec, Sangertex, Sangertec kon ook. Maar misschien gezien de relatie met Argentinië stond er wel Sargentec. Ik hoop daar via mijn Argentijnse connectie meer over te weten te komen.
Een week later was het weer wat beter weer en heb ik Red Jay weer naar buiten gerold, weer een aantal foto’s gemaakt. Vervolgens kon ik het toch niet laten. Ik heb was benzine in de tank gedaan, kraantje open, even vlotteren en na een heleboel trappen kwam de grote ééncilinder tot leven. Natuurlijk heb ik er maar een paar meter op gereden, maar de motor voelt een stuk krachtiger aan dan kleine mrs. Coby. Hij heeft met zijn 21 pk natuurlijk ook bijna net zoveel vermogen als een Indiase Bullet.
De achterrem deed helemaal niets en bij het aangrijpen van de voorrem wilde de linker telescoop poot rechts de hoek om, dus heb ik Big Jay maar langzaam laten uitrollen. Het blok klonk trouwens goed, dus daar heb ik goede hoop op. Bij deze motor zal het meer zitten in de details. Remmen, voorvork, dynamo, kettingkast enzovoort hebben aandacht nodig.
Maar voorlopig ben ik nog met de Sir Lancelot de Crusader bezig. Deze staat na de facelift van Coby alweer een tijdje op de heftafel, ontdaan van al haar blik. Het frame heeft een vers laagje Hammerite. Alle elektrische onderdelen zijn verwijderd, net als de carburateur en de beide deksels links en rechts van het carter. Ook de grote gereedschapstrommel is uit het frame gehaald en is opnieuw gespoten. Ook achter de beide deksels ziet het er op het eerste gezicht wel goed uit. De kettingen zijn nog goed en gespannen. Ik moet alleen nieuwe pakkingen maken. Daarvoor heb ik bij Peter’s Classic Bike parts een rol pakkingpapier gekocht. De eerste is al geknipt, alleen de gaatjes voor de bouten moeten er nog uit geslagen worden. Ook had hij toevallig nog een 17” Avon SM band, die ik maar heb meegenomen. Op internet had ik al gezien dat het moeilijk zou worden om goede “klassieke” 17” banden te krijgen. Maar goed, één heb ik er al. Nu de voorband nog.
Zodra het weer het toelaat, regen dus, ga ik weer verder. Eerst de elektrische installatie proberen. Kijken of er een vonkje wil komen als ik een 6-volt accu aansluit en de kickstarter beweeg. Daarna de gereedschapstrommel weer plaatsen, de bedrading definitief weer aanleggen, de wielen van de nieuwe banden voorzien en ze weer op hun plaats zetten.
Allemaal spannende zaken in mijn garage dus en ik laat het jullie allemaal weten, tot vervelens toe.
2003 oktober - Bullet 500 lekke band
Oktober 2003
Lekke band met de Bullet
Voor diegenen die niet weten wat het Eenhoorn Indoor treffen inhoudt zal ik even een uitleg geven. Het is een bijeenkomst van de Stichting Eenhoorn, de overkoepelende organisatie van Engelse motorfietsclubs, ter afsluiting van het seizoen. Het Indoor slaat op het feit dat er niet gekampeerd hoeft te worden, maar dat er gewoon een locatie is besproken, in dit geval nog steeds het vertrouwde Flora te Doorn (voor de laatste keer). Normaal gesproken zou ik foto’s hebben gemaakt bij dit treffen, waar meestal veel Engels te zien is, maar voor mij was het Indoor Treffen een echt outdoor treffen.
Ik ging die zondag om een uur of 1 weg en tufte lekker langs de Lek bij Tull en ’t Waal, toen plotseling in een flauwe bocht het achtereind van de Bullet begon te zwieberen en te zwabberen – eerst een eind naar rechts. Ik dus gas los en zo snel mogelijk gestopt. De band was helemaal plat! Normaal gesproken heb ik wel een andere binnenband bij me, maar aangezien ik twee rijdende Enfields heb, wissel ik mijn reserve onderdelen en gereedschap tussen deze twee. Ik was dus vergeten dat ze nog in op de werktafel lagen, nadat ik Coby van al haar blikken spul had ontdaan om deze te kunnen spuiten (maar dat is een ander verhaal)! Dus geen gereedschap en geen reserve band! (nou is het toch een hele klus om langs de weg een band te repareren – alleen het afhalen en omleggen al!).
Gelukkig had ik mijn mobieltje bij me. Dus Sheila (mijn echtgenote) gebeld, eerst thuis en toen mobiel: geen reactie, dus bij allebei voicemail ingesproken: “kom me alsjeblieft halen, het liefst met de aanhanger”. Nou, een anderhalf uur later wordt ik ineens gebeld, hè, hè. Sheila durfde niet met de aanhanger te rijden, maar zou me met de auto komen halen (60km). Om kwart over vier kwam ze aan en toen had ik al sinds kwart voor twee langs de Lek gestaan. Het was mooi weer en het uitzicht was ook mooi, maar dat ken je na meer dan twee uur wel uit je hoofd!
Tientallen (zo niet honderden) motorfietsen gezien, waarvan de berijders me vriendelijk toezwaaiden, maar niet één die stopte. Wel Dick Vermaat (onze Eenhoorn vertegenwoordiger) op de voor hem terugweg nog gesproken, net voordat Sheila aankwam. Het was volgens hem wel gezellig geweest en er waren een flink aantal bezoekers.
Nou, wij dus weer met de auto naar huis (60km), aanhanger opgehaald en weer richting Tull en ’t Waal, motor opgeladen en weer naar huis (in totaal dus 240km meer op de teller van de auto). We waren om half acht pas weer thuis. Al met al en gezellige invulling van de vrije zondag. Ik ben echt tot rust gekomen, zittend op een hekje langs de Lek (twee en een half uur lang!).
Het weekeinde er na ben ik aan het achterwiel begonnen. De motor stond nog op de aanhanger zoals ik hem had opgehaald. Een van mijn betere aankopen is ooit de aankoop van een oude schaarkrik van en auto geweest voor twee gulden vijftig bij de plaatselijke kringloopwinkel. Ik heb daarmee Bullet zover opgekrikt dat het achterwiel zonder het achterspatbord los te maken en omhoog te klappen er uit kon.
Toen heb ik de band met veel moeite van de velg weten te krijgen. Ik heb twee bandenlichters, eentje (!!) werd meegeleverd met de Enfield en een tweede veel grotere heb ik later bijgekocht, maar dat is nog te weinig. Ook was de velg van binnen nogal ver- roest, waardoor de rand van de band flink vastzat. Misschien heeft een van jullie tips voor het afhalen van een band?
Toen hij er eenmaal afwas bleek dat het ventiel was uitgescheurd. Nou, dan is er geen plakken meer mogelijk. De buitenband heeft nog genoeg profiel, maar ik heb toch op internet gezocht naar nieuwe buitenbanden. De grote merken hebben die niet of nauwelijks meer, in ieder geval niet 3,50 x 19” . Sommigen hebben nog wel een klassiek uitziende voorband van 3.25x19” (Continental RB2, Metzeler Block C en Michelin M38). Wel zijn er nog de speciaal voor klassiekers gemaakte Avon Speedmaster en Dunlop Universal. Deze banden zijn echter meestal niet bij gewone motorzaken te koop. Ik heb vervolgens de binnenkant van de velg en meteen ook maar de verroeste spaken in de zwarte Hammerite gezet om verder roesten te voorkomen.
Weer een weekeinde later was er een jaarmarkt bij de beide grote motorzaken in mijn woonplaats Zoetermeer (Safe en Hans van Wijk) en ik hoopte daar in ieder geval een binnenband te kunnen kopen of ook een buitenband “voor wènig”. Maar zowel bij de stand van Pirelli als bij die van Metzeler ga- ven geen resultaat, zodat ik bij Hans van Wijk heb gevraagd om een nieuwe binnenband en of ze die er gelijk maar om wilden leggen met de oude Avon buitenband, die ik samen met het achterwiel maar in de auto had meegenomen. Omdat het feest was kon dat direct. Het scheelt een stuk, want zij hebben zo’n handig bandenafhaal- en omlegapparaat. De binnenband was wel duurder, maar inclusief het omleggen. Ik denk dat ik voortaan sowieso maar van die mogelijkheid gebruik maak, want ik vind het maar niks zo’n band met bandenlichters er af halen en er weer op zien te krijgen.
Thuis gekomen heb ik het wiel direct weer gemonteerd, zodat de Bullet weer bedrijfsklaar is.
Abonneren op:
Posts (Atom)