2004 april - J2 1949 Aanschaf and Crusader 1957 reviving

( zie website Royal Enfield Motorcycles Photographs voor de plaatjes )

Op 10 april 2004 zat ik flink te werken (ik ben ambtenaar) bij de gemeente, toen een collega, die net een paar motorrijlessen gehad had, mij terloops zei “weet je dat er een Royal Enfield te koop staat op marktplaats?”. Ik kijk daar wel regelmatig, maar deze had ik nog niet gezien. We hebben daar samen even gekeken en ik dacht eerst dat het een model G was, maar volgens de begeleidende tekst was het een 500 cc model J. Maar de foto die er bij stond liet duidelijk twee uitlaten zien, één links en één rechts van de motor. Het moest dus een model J2 zijn. Volgens de advertentie was de motor uit 1948.
Nou dat klopt wel ongeveer, want het model J2 was een voortborduursel op het model J dat samen met het 350cc model G één van de eerste weer geproduceerde modellen was van na de oorlog. Feitelijk was het het vooroorlogse model echter voorzien van de door Enfield zelf ontwikkelde en gepatenteerde telescopische voorvork. Achter vering was er nog niet. Het model J2 werd in die eerste jaren na de oorlog met name geëxporteerd.
Maar goed verder met het verhaal… Thuis gekomen bleef de foto en de advertentie maar steeds op de achtergrond in mijn hoofd rondspoken. Ik heb alle boeken die ik heb nagezocht op dit model J2 en ook internet nageplozen. Er zijn maar weinig van deze motorfietsen in omloop en veel er van zijn vanuit Engeland geëxporteerd. Ik heb thuis een paar keer terloops de foto laten zien en gewezen op de lege plaats in de garage (waar de Guzzi stond). Ik heb ook geïnformeerd bij de verkoper naar de staat van de motor en de voorgeschiedenis. De staat was volgens hem redelijk en de motor was redelijk compleet. Een enkel onderdeel ontbrak, zoals het achter kettingscherm en delen van de dynamo. Volgens zijn zeggen was de motor geïmporteerd uit Argentinië, samen met een hele lading klassiekers, zoals Harley Davidson, Indians en Nortons. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, bij de aanschaf van mijn Crusader, die uit Zuid Afrika kwam.
In ieder geval was Big Jay in goed gezelschap (Norton) toen hij the big pond overstak. Na nog wat overleg met Sheila heb ik na een maximale prijs genoemd te hebben een afspraak gemaakt om de motorfiets te bekijken en wanneer ik het wat vond zou ik hem meteen mee nemen. Dus op 18 April 2004, een week na het eerste oogcontact, reed ik met mijn aanhangertje achter de auto en een stapel briefjes van 50 in mijn zak, richting Brabant. Waar heb ik dat meer gehoord? O ja, ook voor de Crusader moest ik naar Brabant. Waarschijnlijk een goede provincie voor de motorhandel.
Na het nuttigen van een kopje koffie gingen we naar een meubelfabriek waar de verkoper eigenaar van was en daar stond Big Jay in zijn rode maatpak, dik in het vet. De motor zag er inderdaad zeer compleet uit, hoewel het achterspatbord was ingekort. Voor de rest zag wat er was er ook nog eens goed uit. Weliswaar was alles, maar dan ook alles, wat niet chroom of aluminium was in Argentijns brandweer rood gespoten, maar het zat er wel netjes op. Het chroom had wel wat roestvlekjes.
Ik heb de motor niet horen lopen, maar er zat wel voldoende compressie op. De man verzekerde mij dat hij er kortgeleden een proef stukje op gereden had . Ik geloofde hem op zijn woord. Na het ruilen van papier, ik een stapeltje bankbiljetten en hij een kopie van de importpapieren, hebben we de J2 op de aanhanger gehesen en vastgesjord. Dan is het zo’n mooi gevoel met een aanhangerjte terug te rijden en in je spiegel steeds die koplamp midden in de achterruit te zien.
Thuisgekomen was de hele straat uitgelopen, nou ja Sheila dan, en ik heb Red Jay binnen in de garage gezet. ‘s Avonds heb ik nog wat detailfoto’s gemaakt. Meer kon ik toen niet doen.
De volgende dag de motor weer naar buiten gesleept, om tussen de regenbuien door toch weer wat foto’s te maken, die ook op mijn website Royal Enfield Motorcycles Photographs te zien zijn in het onderdeel Personal.
Ik heb op internet gezocht naar Royal Enfield J2 en vond de site van Carolyn Dougherty (http://www.intemperance. net/carolyn), waarop ze haar avonturen beschrijft met Henry eveneens een J2 uit 1949. Amerikaanse Carolyn die ik ontmoette op de Redditch Revisited happening is van plan haar motor verhalen in boekvorm te laten verschijnen. Mooie foto’s en leuke reisverhalen.
Verder vond ik een klein aantal sites in Scandinavië, Brazilië, Zweden en Finland. Niets in Engeland, behalve veel sites waar werkplaatsboeken e.d. te koop waren.
Via Gordon May van Royalenfieldbooks (www.royalenfieldbooks.com) en voormalig editor van het digitale tijdschrift The BulletIn (dat helaas niet meer bestaat) heb ik de cd Royal Enfield Singles besteld. Deze CD die 25 Euro kost bevat van bijna alle Engelse een cilinders de werkplaatshandboeken, onderdelenen instructieboeken. Dus ook van de J2. Bovendien heb ik bij hem het boekje made in Redditch gekocht. Hierin hele mooie oude foto’s van bijna alle Royal Enfield modellen.
Op het voorspatbord van Red Jay zaten twee stickers, één er van was van een klassieke motorclub in Argentinië. Weer terug naar de computer om de club op te zoeken. Slechts één site gaf wat informatie over een treffen dat die club organiseerde in 2002. Maar er stond ook een naam en een e-mail adres bij. Ik heb die man dus een mailtje gestuurd. Geschreven in het Engels met een vertaling er bij in het Spaans. En ik spreek niet eens Spaans. Op internet zijn gelukkig diverse automatische vertaalsites, waar je stukken tekst, maar ook complete sites kunt vertalen. Het resultaat is niet altijd om over naar huis te schrijven, maar volgens mij wel begrijpbaar.
Ik heb eens een stukje uit het Engels naar het Spaans vertaald en dit weer naar het Engels. De man van de motorclub schreef terug (in het Spaans) dat hij me wel wilde helpen en dat er in Argentinië een vroegere importeur van Royal Enfield was. Hij moest alleen het motor en frame nummer hebben. Dat heb ik hem ook weer gemaild en ik ben nu in afwachting.
Natuurlijk heb ik ook bij de Engelse Royal Enfield Owners Club gebruik gemaakt van de dating service. Nee, dit is geen buro dat afspraakjes met mooie dames regelt, maar een service die in de oude fabrieks boeken exact kan opzoeken wanneer en aan wie de motor afgeleverd werd af fabriek. In het geval van Red Jay was dit 31 december 1948 aan een bedrijf met de naam Sanpertex.
Vreemde datum trouwens om een motorfiets af te leveren. De naam van het bedrijf kon trouwens ook wel eens wat anders zijn, want de tekst in de boeken was “appallingly written”. Dus Sanpertec, Sangertex, Sangertec kon ook. Maar misschien gezien de relatie met Argentinië stond er wel Sargentec. Ik hoop daar via mijn Argentijnse connectie meer over te weten te komen.
Een week later was het weer wat beter weer en heb ik Red Jay weer naar buiten gerold, weer een aantal foto’s gemaakt. Vervolgens kon ik het toch niet laten. Ik heb was benzine in de tank gedaan, kraantje open, even vlotteren en na een heleboel trappen kwam de grote ééncilinder tot leven. Natuurlijk heb ik er maar een paar meter op gereden, maar de motor voelt een stuk krachtiger aan dan kleine mrs. Coby. Hij heeft met zijn 21 pk natuurlijk ook bijna net zoveel vermogen als een Indiase Bullet.
De achterrem deed helemaal niets en bij het aangrijpen van de voorrem wilde de linker telescoop poot rechts de hoek om, dus heb ik Big Jay maar langzaam laten uitrollen. Het blok klonk trouwens goed, dus daar heb ik goede hoop op. Bij deze motor zal het meer zitten in de details. Remmen, voorvork, dynamo, kettingkast enzovoort hebben aandacht nodig.
Maar voorlopig ben ik nog met de Sir Lancelot de Crusader bezig. Deze staat na de facelift van Coby alweer een tijdje op de heftafel, ontdaan van al haar blik. Het frame heeft een vers laagje Hammerite. Alle elektrische onderdelen zijn verwijderd, net als de carburateur en de beide deksels links en rechts van het carter. Ook de grote gereedschapstrommel is uit het frame gehaald en is opnieuw gespoten. Ook achter de beide deksels ziet het er op het eerste gezicht wel goed uit. De kettingen zijn nog goed en gespannen. Ik moet alleen nieuwe pakkingen maken. Daarvoor heb ik bij Peter’s Classic Bike parts een rol pakkingpapier gekocht. De eerste is al geknipt, alleen de gaatjes voor de bouten moeten er nog uit geslagen worden. Ook had hij toevallig nog een 17” Avon SM band, die ik maar heb meegenomen. Op internet had ik al gezien dat het moeilijk zou worden om goede “klassieke” 17” banden te krijgen. Maar goed, één heb ik er al. Nu de voorband nog.
Zodra het weer het toelaat, regen dus, ga ik weer verder. Eerst de elektrische installatie proberen. Kijken of er een vonkje wil komen als ik een 6-volt accu aansluit en de kickstarter beweeg. Daarna de gereedschapstrommel weer plaatsen, de bedrading definitief weer aanleggen, de wielen van de nieuwe banden voorzien en ze weer op hun plaats zetten.
Allemaal spannende zaken in mijn garage dus en ik laat het jullie allemaal weten, tot vervelens toe.