Zelhem was weer fantastisch... Ik heb het deze keer gehaald, want Coby ging mee op de aanhanger.
Gelukkig
ging er toch weer wat mis en heb ik weer wat te schrijven.
Het
treffen zelf ging vlekkeloos en het was weer heel gezellig.
Vrijdag
gingen een aantal mensen, waaronder 3 van onze Engelse vrienden en
Ger naar Obelink, die grote kampeerwinkel in Winterswijk. De Engelsen
gingen op de motor en Ger ging met de auto. Ik wilde daar ook wel
naar toe, maar ging iets later met Coby.
Na
een mooi rit binnendoor langs rustieke dorpjes en weggetjes kwam ik
bij Obelink aan en zag de 3 Engelse motoren staan. Ik stopte om
vervolgens Coby naast hun motor te plaatsen. Toen ik echter wilde
optrekken hoorde ik een angstaanjagend geluid en kwam Coby niet van
haar plaats. Er was iets mis met de primaire ketting, shit... Ik heb
Coby met een ketting aan een paal gelegd en ben naar de ingang gegaan
met het idee daarbinnen Ger of één van de Engelsen te lokaliseren.
Maar wat is dat Obelink groot... Wanneer je langs de ene hal loopt
kunnen zij je via een andere hal zo passeren zonder dat je elkaar
ziet. Ik dacht dat het een goed idee zou zijn om ze te laten omroepen
en naar de ingang te laten gaan. Eerst Ger maar proberen. Na een
kwartier niets, dus toen John laten omroepen. Na weer een kwartier
zag ik plotseling Ger richting ingang lopen, ik er naar toe. Hij had
niets van de omroep meegekregen, maar was op jacht naar een
campingtafeltje dat hij bij het binnenkomen gezien had. Even later
liepen we ook de Engelsen tegen het lijf en ook die hadden niets van
een omroep gehoord. Maar ja, ik had beet en mocht met hem mee terug
rijden naar Zelhem. In Zelhem heb ik mijn auto + aanhanger gepakt en
ben samen met Ger weer naar Winterswijk gereden om Coby op te halen.
Toen
we de camping weer opreden kwam er meteen een hoop volk op ons af. Ik
was eigenlijk van plan om Coby te laten staan en er thuis rustig naar
te kijken. Maar ik liet me ompraten, dus primaire
kettingkast
er af en toen was duidelijk dat de ketting door te weinig spanning er
afgelopen was. Er zat een rode smurrie op het geheel, waarschijnlijk
een mengsel van rode menie, olie, vet en misschien wat roest.
Het
betekent dus dat de ketting gespannen moet worden. In dit geval moet
de versnellingsbak gekanteld worden. Deze hangt boven aan een bout
door het frame die verschoven kan worden, waardoor het
koppelingstandwiel verschuift. Helaas verschuift ook het
versnellingsbakkettingwiel waardoor ook de achterketting opnieuw
gesteld moet worden. Een hele operatie dus.
Sommige
van de toeschouwers staken ook af en toe een handje uit de mouwen.
John verwijderde het visje van de ketting dat (on)behoorlijk vast zat
en molde daarbij ook het visje. Gelukkig had hij ook een vervangend
exemplaar bij zich, dat ik mocht hebben. De ketting bleek zodanig
lang te zijn (uitgerekt) dat er een schakeltje tussenuit moest. Kees
had weer een kettingbreker bij zich en Barry haalde er een schakeltje
af. Inmiddels had ik de versnellingsbak en de achteras losgemaakt. De
versnellingsbak moest in de meest voorste stand gezet worden om de
ketting te laten passen. Jaap heeft de ketting er om gelegd en ik heb
de versnellingsbak weer vastgezet bij de meest optimale
kettingspanning terwijl Rob de voetsteun aan de andere kant vast
hield. Daarna moest de achterketting nog goed afgesteld worden en
toen dat klaar was kon de kettingkast er weer op. De ketting kon zo
zijn uitgerekt omdat ik geen olie in de kettingkast had zitten. Ik
had hier het advies van een bekend clublid gevolgd en de ketting
alleen met een kettingvet ingespoten. Dit is duidelijk niet genoeg.
De olie in de kettingkast zorgt voor koeling (de primaire ketting
loopt veel sneller dan de achterketting) en smering, ook van het
koppelingslager.
Ik
heb er weer olie in gegoten, maar dat kwam er bijna net zo snel weer
uit.
Daarna
konden we weer voldaan aan de feestelijkheden deelnemen.Zaterdag kon
ik ook met de toerrit meerijden en die was weer door Jaap en Kees
fantastisch geregeld. 's Avonds tijdens het genoeglijk samenzijn werd
ik door Peter TM vermanend toegesproken over het zonder olie rijden
in de primaire kettingkast en hij bood spontaan aan om de kettingkast
voor mij olie-dicht te maken. Hij had hier al ervaring mee met de
kettingkast van de WD/CO van Marjan.
Na
afloop van het treffen heb ik niet lang gewacht met het maken van een
afspraak en een week later ging ik met Coby op de trailer naar
Hilversum. Daar heb ik goed opgelet wat Peter deed.
Na
het ontmantelen van de kast en het verwijderen van de ketting, het
krukas tandwiel en de koppeling, bleek dat het tandwiel gebarsten was
op de plaats van de spie. Toen moest de achterkant van de kettingkast
er nog af. De bout waar die mee vastzat bleek een beetje dol te zijn.
Kan er nog meer misgaan? Ja dus, er bleken van een blokophanging twee
moeren te ontbreken.
Gelukkig
heeft Peter een uitgebreide voorraad onderdelen en had hij ook een
goed tandwiel, twee moertjes voor de blokophanging en heeft hij met
een helicoil de bevestiging van de kettingkast hersteld. So far so
good.
Peters
idee voor een lekvrije kettingkast is dat de kast daarvoor gemaakt
is. Er is een achterkast waarover een rubber band loopt, waartegen de
opgedrukte buitenkast moet klemmen. Na het reinigen van alle
onderdelen heeft hij op de werkbank de beide delen inclusief een
nieuwe rubber band gemonteerd en met een voelermaatje gevoeld of de
band ook werkelijk de kast afsloot. Na wat duw en trekwerk was hij
tevreden en zou de bak lekdicht moeten zijn.
Dus
uiteindelijk de achterbak weer gemonteerd met een nieuwe (nu
metrische) bout. Het nieuwe kettingwiel weer op de krukas geplaatst
en vastgelijmd met lock-tite 640, waarbij er op gelet werd dat de
spie niet te hoog uitstak, omdat dat de reden van de scheur kon zijn
geweest. Het koppelingslager werd met vet ingesmeerd en de koppeling
werd op zijn plek gezet. Daarna werd de nieuwe ketting omgelegd en
gespannen.
De
rubberband werd met Dirko aan de achterbak geplakt, zodat die goed
bleef zitten. Daarna kon de buitenkast er weer op, zo recht mogelijk
aandrukken en weer fixeren met de voetsteun bevestiging.
Toen
dit alles gedaan was, was de middag dusdanig ver verstreken dat ik na
betaling van de kosten weer naar huis ben gereden.
Een
dag later heb ik olie in de kettingkast gegoten en er een schoon
kartonnetje onder gelegd. Later bleek er slechts een klein vlekje te
zijn. Waarschijnlijk zal de rubberband nog wat opzwellen waardoor het
helemaal dicht wordt.
Ook
de J2 met zijspan heeft zo'n zelfde kast waar nu helemaal geen rubber
band op zit. Die heb ik dus op dezelfde manier behandeld, zij het,
dat ik op dit moment geen zin had om de achterkast er af te halen.
Het is een heel gemier omdat het zijspan aan die kant zit en de J2
ook nog eens een uitlaat heeft die in de weg zit. Bovendien is de
bout door het frame door de vorige eigenaar van een metrische
voorzien en is de moer daarop een stuk dikker, zodat die de
buitenkast lelijk in de weg zit. Uiteindelijk heb ik de buitenkast op
het oog wat bijgewerkt, hamertje en wat duw werk en weer over de
rubberband geduwd. Hij leek wel overal te klemmen, maar ja dat kon ik
zo niet meten.
De
kast weer vastgezet, uitlaat weer vast en toen olie er in, die er
gestadig weer uitliep. Wat een zootje. Ik ga dat op een later
tijdstip wel wat beter doen en dan eerst het zijspan of in ieder
geval de kist er af. Dit wordt dus nog vervolgd.
Ook
het dekseltje van het oliefilter lekte bij de J2. Ook met nieuwe
pakking kreeg ik die niet dicht. Ik heb er nu een O-ring onder gedaan
en het dekseltje niet al te hard aangedraaid. Het resultaat is
verbluffend geen druppel meer te zien. Gelukkig toch een succesje.
De
moraal van dit verhaal is dat je toch regelmatig onderhoud moet doen
en bepaalde zaken moet controleren.