2011 Juli J2 1948 first run....


Eindelijk weer een klassieker on the road....
Mijn J2 uit 1948 is eindelijk min of meer rijklaar. Er moet nog wat getuned worden, maar hij rijdt en hoe.....

De J was de eerste naoorlogse (2e wereldoorlog voor de jongeren onder ons) 500cc kopklepper die Royal Enfield op de markt bracht. In feite een voortzetting van de vooroorlogse 500cc, maar nu voorzien van Enfield's eigen telescoop voorvork. Twee jaar later kwam daar de J2 bij, gewoon een 500cc met 2 uitlaatpoorten, volgens mij voornamelijk voor cosmetische redenen: het ziet er wel sportief uit, maar of het ook in performance scheelt weet ik niet. Ik kan wel bevestigen dat de J2 trekt als een tractor en de 'moderne' Indiase Bullet wellicht de baas kan. Ook de J2 is trouwens afgeleid van een vooroorlogs model, de Bullet 500. Deze had echter ook twee uitlaat kleppen, terwijl de J2 van 1948 er maar 1 heeft. Volgens de 'dating' bij de Engelse club is deze J2 een originele Nederlandse motorfiets en is in 1948 geleverd aan R.S. Stokvis en zonen te Rotterdam, de toenmalige importeur. Om de een of andere reden heeft de J2 in 1954 het huidige kenteken gekregen, waarbij tevens een heel vreemd framenummer is geregistreerd. Dit framenummer zit aan de zijkant van de bovenste framebuis onder de tank en is dus bij een controle niet te bekijken zonder de tank te verwijderen en dat is niet 1,2,3 gedaan. Het nummer is volgens mij (en anderen) het onderdeel of materiaal nummer van de buis.
Over deze telescoop vork heb ik al eerder in het Bulletin geschreven. De werking is in vergelijking met de Webb voorvork een fenomenale verbetering. Het rijdt als een vorst. Moest ik eerst met Coby (WD/CO/B) voorzien van Webb voorvork bij elke hobbel afremmen, met de J2 kan ik er moeiteloos overheen.
Het voelt alleen vreemd aan omdat het achterframe opgeveerd is. Het lijkt op een hobbelpaard, maar dan anders.

De hele winter, eigenlijk tot nu toe, ben ik bezig geweest met de J2. Het eerst alles goed afstellen, de ontsteking en carburateur. Dat laatste gaf en geeft nogal wat problemen. Aanvankelijk was het starten ontzettend moeilijk en leek de Amal 276 carburateur op alle fronten veel te rijk te lopen.

Te rijk, betekent een gasmengsel met teveel benzine t.o.v. de zuurstof.
Een carburateur zorgt er voor dat er bij elke snelheid van de motor het juiste gasmengsel in de richting van de bougie geneveld wordt. Bij verschillende standen van het gas worden er verschillende onderdelen van de carb gebruikt. Bij het starten wordt een aparte start voorziening gebruikt. Bij de J2 is dat een kanaaltje dat met een schroef (deels) kan worden afgesloten, de luchtregelschroef. Indraaien van de schroef geeft een rijker mengsel (minder zuurstof) en uitdraaien een armer mengsel (meer zuurstof). Het starten gebeurt bij een gesloten gasschuif.
Deze gasschuif heeft een uitgesneden afronding, die zuurstof doorlaat als de gasschuif gesloten is. Hoe kleiner de afgeronde opening hoe rijker en hoe groter de opening hoe armer. De grootte van de ze opening heeft effect op het eerste stukje gasgeven (van gesloten tot 1/8). Voor het starten kan de opening worden afgesloten met de luchtregelschuif, die via een manette op het stuur is te bedienen. Wanneer de schuif de opening in de gasschuif afsluit wordt het mengsel dus rijker. De luchtregelschuif hoeft dan ook alleen bij het starten van een koude motor te worden gebruikt, als dit al nodig is. Want ook het zogenaamde vlotteren, het drukken op een pennetje dat de vlotter naar beneden duwt en daardoor extra benzine doorlaat, heeft ook een 'rijker' wordend effect op het gasmengsel. Wanneer het gas meer dan een kwart geopend is, wordt het gasmengsel bepaald door de naaldsproeier en de sproeier naald. De sproeier naald zit vast aan de gasschuif en gaat dus mee op en neer. Het onderste uiteinde van de naald loopt taps toe en sluit zo steeds meer af van de opening van de naaldsproeier. Hoe groter de naaldsproeier hoe rijker het mengsel. De naald kan op verschillende niveaus in de gasschuif gehangen worden. Hoe hoger de naald hangt hoe rijker het mengsel en hoe lager, dus hoe meer hij de sproeier afsluit, hoe armer.
Bij het bijna vol gas (meer dan ¾ gas open) rijden is de naaldsproeier helemaal open en komt de grootte van de hoofdsproeier aan bod, die onderop de naaldsproeier zit. Bij de snelheden die wij (klassieker motor rijders) rijden wordt deze sproeier nagenoeg niet gebruikt en is dus van ondergeschikt belang, maar verder geldt hoe groter hoe rijker.
Na deze theorie nu even de praktijk. Het starten ging dus niet probleemloos. Ik was soms zo moe van de poging hem aan de praat te krijgen dat ik 2 dagen moest bijkomen en dat zegt weinig over mijn conditie, maar veel over het probleem. Had ik hem eindelijk aan de praat, dan reed hij bijzonder slecht en was na een stop niet meer aan de gang te krijgen. De bougies was helemaal zwart geblakerd. Na het schoonmaken lukt het (soms) na veel trappen de motor weer aan het lopen te krijgen, maar regelmatig was het letterlijk lopen.
Diverse keren heb ik de carburateur gereinigd, maar zonder veel resultaat. Na consultatie van diverse deskundigen heb ik de vlotterkamer eens onder handen genomen. De vlotter is een koperen dobbertje dat op de toegevoerde benzine gaat drijven. Door het koperen vaatje zit een vlotternaald, die aan de onderkant een taps toelopende uitstulping heeft die de benzine toevoer op een bepaald niveau afsluit, zodra het dobbertje gaat drijven. Het koperen dobbertje zit een de bovenkant met een soort klemmetje aan de vlotternaald vast. Het spreekt voor zich dat de plek waarop deze zit vastgeklemd de hoogte van de benzine in de vlotterkamer bepaalt. De deskundigen vertelden me dat een te hoog vlotter niveau ook een te rijk mengsel kan veroorzaken. Ik heb het vlotter niveau dan ook wat verlaagd door de vlotter wat lager op de vlotternaald te klemmen. Ik kreeg het idee dat het klemmetje wat verbogen was en dat daardoor de vlotter wat hoger hing dan zou moeten.
Na deze ingreep ging het starten een stuk beter, maar nog niet helemaal goed. Vervolgens heb ik de luchtregelkanaaltjes met een haar uit een borstel goed gereinigd en weer een testrit gemaakt. Het starten gaat nu goed, maar na het rijden nog steeds een zwarte bougie. Zoals gezegd heeft met name de naald en de naaldsproeier het grootste effect omdat dit het gas bereik beslaat waarmee je op de weg het meest rijdt, tussen stationair en vol gas. De naald heb ik zoals het hoort op het 2e groefje van boven gehangen, maar het resultaat was een zwarte bougie, daarna de naald op het laatste groefje, maar nog steeds veel te rijk en een zwarte bougie. Er is maar 1 type naald voor deze carburateur en die heeft type aanduiding 6/065. Op de naald die ik recent kocht bij Peter's Classic Bike Parts staat geen enkele aanduiding. Misschien is de naald niet juist of niet precies genoeg gemaakt.
Ik kan nog eens een andere naald proberen. De naald die oorspronkelijk in de carb zat is bijna 6mm langer dan de nieuwe naald. Maar wanneer ik die monteer kan hij alleen vanaf het 4e groefje gemonteerd worden, anders kan de gasschuif niet ver genoeg naar beneden en loopt hij veel te snel, omdat de gasschuif dan altijd wat te hoog staat. De motor kan zo nooit goed gelopen hebben.
Iets anders dat ik geprobeerd heb is het rijden zonder de standaard luchtfilter. Je kunt je voorstellen dat een luchtfilter de lucht wat minder gemakkelijk doorlaat. Minder lucht betekent een rijker mengsel dus theoretisch zou het rijden zonder luchtfilter een wat armer mengsel moeten opleveren, of in mijn geval iets minder rijk, want nog steeds is de bougie zwart geblakerd.
Op dit moment zijn mijn opties een beetje uitgeput. Wat ik nog wil proberen is een nieuw naald en een kleinere naaldsproeier. Voorlopig kan ik rijden, zolang ik maar een bougiesleutel, een koperborsteltje en een nieuwe bougie meeneem.

At last another classic on the road.
My J2 from 1948 is at last more or less roadworthy are. There must still be4 some tuning, but it runs and how .....
Model J was the first postwar (2e world war for the young people among us) 500cc OHV which Royal Enfield brought on the market. In fact a continuation of the pre-war 500cc, but now provided with Enfield's own telescope front fork. Two years later came thereby model J2, simply 500cc with 2 exhaust ports, according to me mainly for cosmetic reasons: it looks, however, sporting, but whether it does anything regarding performance I don't know. I can, however, confirm that J2 pulls like a tractor and the modern indian Bullet found a companion. Also J2 is as a matter of fact inferred of a prewar model, the Bullet 500. These had however also two outlet valves, whereas J2 of 1948 has but 1. According to the dating at the English club this J2 is a original Dutch motorcycle and imported in 1948 to R.S. Stokvis and Sons of Rotterdam, the then importer. For one or another reason has J2 in 1958 been re-registered an got a complete strange frame number. This frame number s located on the the side of the upper frame tube under the tank and is not therefore at free location to examine without removing the tank and this is not done easy. The number is according to me (and others) the component or material number of the tube.
Concerning this telescope fork I have written previously in the Bulletin. The functioning is in comparison with the Webb voorvork a prodigious improvement. It rides like a king. I had to slow down with Coby (WD/CO/B) using a girder fork  at each bump, while with J2 it is possible I to come across effortless.
It feels only strange because the rear frame is without any suspension. It seems like on a bumping horse, but then in a different way.
The whole winter, actually until now, I have been busy with J2. First everything only adjusting, fix the electrics and cleaning the carburettor. That last gave and gives rather some problems. Initially it starts appallingly difficult and seemed the Amal 276 carburettor ran on all fronts much too rich.
Too rich, means a gas mixture with too much petrol in regard to oxygen.
A carburettor ensures there that there is at each speed of the engine the correct mixture in the direction of the plug. At several scores of the gas several components of the carb are used. At starting a separate start supplies is used. At J2 is that a passage that can be (partly) closed by a screw , the air screw.Turn in of the screw gives a richer mixture (less oxygen) and turning out a poorer mixture (more oxygen). Starting happens at closed gas slide .
The slide has a cut out round-off, which lets through oxygen as the slide is fully closed. How smaller the cut out opening how richer and how larger the opening how poorer. The size of the opening has impact on the first bit of gas (of closed to 1/8). For starting the opening can be closed with the air valve, by means of a manette on the handle bar. When the valve is closed the opening in the gas slide the mixture becomes therefore richer. The air valve needs to be used thus only at starting a cold engine, if this is necessary at all. Because also the so-called floating, pressing on pin which pushes the float down and as a result gives extra petrol, has also a richer becoming impact on the mixture. When the throttle is opened more than one quarter, the mixture is stipulated by the needle jet and the needle. The needle is fixed to the slide and descends therefore with it. The bottom end of the needle is tapered and close this way more and more the opening of the needle jet. The larger the needle jet the richer the mixture. The needle can be hung at several levels in the gas slide. The higher the needle hangs the richer the mixture and the lower, thus the more it closes the jet, the poorer.
At the almost full gas (throttle more than ¾ open) drive the needle jet is entirely open and then is taken into consideration the size of the main jet, which is located at the bottom of the needle jet. At the speeds which we (classic bike riders) drive this main jet is not really used and is therefore of subordinate importance, but further applies the larger the richer.
After this theory now just the practice. Because of this starting did not go uncomplicated. I was sometimes so tired of the attempt to get it started that I needed I or 2 days to recover and that says little concerning my condition, but much concerning the problem. If I had it started at last, then it ran particularly bad and was after a stop difficult to start if it did. The spark plugs  had been entirely scorched black. After cleaning it (sometimes) I succeeded after much kicking to get the engine to running, but I had to walk it home regularly.
Several times I have cleaned the carburetor, but without much result. After consultation of several experts I have taken the float chamber off to examine. The float is copper barrel that on floats on the petrol. Through the copper barrel sticks a float needle, which has a up-side-down tapering that closes up to passage at the lower part of the float bowl so that petrol supply at a certain level stops, as soon as the float will float. On the top of the copper barrel is a part with a sort of clasp which clasps it to the float needle. It speaks for itself that the spot on which this sticks regulates the altitude of the petrol in the float chamber. The experts told me that too high a float level also can cause a too rich mixture. I have reduced the float level somewhat by lowering the float on the float needle with the clasp. I got the idea that the clasp was somewhat miss-formed and that as a result the float was somewhat higher hung than should have.
After this intervention the starting has improved, but not yet entirely well. Then I cleaned the air passages with a hair from a brush well and made a test ride. Starting goes well now, but after driving still a black spark plug. As I have said the needle and the needle jet have the largest impact because this covers the throttle range with which you most run during a ride, between stationary and full throttle. The needle is in the second groove from top as the book states, but the result was a black spark plug, afterwards the needle on the last groove, but still a much too rich and black spark plug. There is but 1 type of needle for this carburetor and that has type name 6/065. On the needle which I bought recently at Peter's Classic Bike Parts there is absolutely no number. Perhaps the needle has not been made enough correct or is not exact.
I can try once more with another needle. The needle which was initially in the carb is almost 6mm longer than the new needle. But when I try to assemble that one it can be only assembled hung in 4th groove, otherwise it is not possible for the gas slide to come far enough down and it runs much too fast, because the gas slide is then always way too high. The engine could never have run this way very well.
Something else which I have tried is to ride without the standard air filter. You can imagine that an air filter lets through air less easily. Less air means a richer mixture therefore theoretically riding without air filter would produce somewhat poorer mixture, or in my case something less rich, because still the spark plug has been scorched black.
At this moment my options have been exhausted. What I still want try is a new needle and a smaller needle jet. At the moment I can ride, as long as I take along a spark plug key, copper brush and a new spark plug.