winter 2005
Zoals de meesten van jullie inmiddels weten is Coby mijn WD/CO/B uit 1943. De “B” betekent dat er wat bijzonders aan de hand is, namelijk dat deze WD/ CO niet is voorzien van een Albion versnellingsbak, zoals alle ruim 27000 andere WD/CO’s die gebouwd zijn, maar van een Burman versnellingsbak. De verhalen gaan dat dit kwam omdat de omgeving van de Albion fabriek op een gegeven moment gebombardeerd werd en niet meer tijdig versnellingsbakken kon leveren. De Royal Enfield Cylce Co. had verplichtingen t.o.v. het Britse leger en kon bij Burman de hand leggen op deze beproefde versnellingsbak van een vooroorlogs ontwerp. Ik moet ook zeggen dat de bak feilloos schakelt. Tot zover deze korte inleiding, want het gaat natuurlijk over iets heel anders, namelijk de Amal type 276 carburateur.
Tijdens één van mijn ijverige periodes in deze zomervakantie heb ik allerlei onderhoudswerkzaamheden aan Coby gepleegd. Eén van die zaken was het schoonmaken van de carburateur. Dit kun je vrij eenvoudig doen door de carburateur simpelweg van de cilinder los te maken en beide koperen benzine leidinkjes los te maken van de twee kranen. De hele carburateur kan dan uitgenomen worden. De 276 bestaat uit een carburatie gedeelte met de gasschuif en een losse vlotterkamer. De benzine wordt uit de tank onder in de vlotterkamer gelaten en gaat via een verbindingsstuk naar het carburatie deel. De vlotter zorgt er voor dat wanneer de benzine in de vlotterkamer tot een bepaald niveau gestegen is, de aanvoer wordt afgesloten. Dit zou dus moeten gebeuren bij stilstand en langzaam draaiende motor. Bij snel draaiende motor zakt het benzine niveau in de vlotterkamer en gaat er weer benzine stromen, totdat het juiste niveau weer bereikt is. De werkwijze is vergelijkbaar aan bijvoorbeeld de stortbak van een WC alleen dan met benzine i.p.v. water.
Welnu, ik heb de carburateur netjes uit elkaar gehaald, waarbij bleek dat ik beter de vlotterkamer had kunnen verwijderen terwijl de carburateur nog aan de cilinder gemonteerd was, omdat je weinig mogelijkheden hebt om de carburateur nu vast te houden. Met klemmen in een bankschroef moet je uitkijken omdat je voor je het weet je carburateur huis vernachelt. Ik heb dus twee bouten in de bankschroef geklemd en de carburateur daarop vastgemaakt. Zo kon ik genoeg kracht zetten om de vlotterkamer los te halen van de carburateur. Het deksel van de vlotterkamer kun je losschroeven nadat de borgbout is verwijderd. Deze borgt het dekseltje tegen lostrillen door het schroefdraad een beetje samen te knijpen. Heel ingenieus bedacht maar wel wat kwetsbaar.
De vlotter kan dan verwijderd worden door het klemmetje een beetje in te drukken en de vlotternaald naar beneden te duwen. Deze kan aan de onderkant uit de vlotterkamer getrokken worden. Alle onderdelen kunnen gereinigd worden in schone benzine. Ook het carburatie deel werd uit elkaar gehaald.
Alle onderdelen werden na een grondige reiniging weer gemonteerd. De vlotterkamer werd weer in elkaar gezet. De fiber ringen van alle aansluitingen werden vervangen. Deze keer werd eerst de carburateur aan de cilinder vastgemaakt en pas daarna werd de vlotterkamer weer gemonteerd. Toen konden ook de benzineleidinkjes weer aan de vlotterkamer en de benzinekranen worden vastgemaakt.
Coby was weer gereed om gebruikt te worden. Dat heb ik vervolgens ook diverse keren gedaan, o.a. naar het Nationaal Veteraan Treffen in Woerden. Het begon echter allengs behoorlijk naar benzine te stinken in de garage. Bij controle bleken er flinke druppels te hangen onder de carburateur. Hoe kan dat nu?
Natuurlijk dacht ik dat ik bij de montage van de carburateur wat fout gedaan had. Dus weer de benzineleidingen los, vlotterkamer verwijderen en de carburateur er weer afhalen. Alles controleren, opnieuw monteren en rijden maar. Vervolgens weer die ondragelijke stank. De benzine kwam uit een gaatje net boven de grote ring van de aansluiting van de vlotterkamer. Bij navraag bleek dit bij de oudere carburateurs een overloop kanaaltje te zijn. Ik dacht dat het misschien altijd dicht had gezeten en tijdens mijn schoonmaakbeurt open was gegaan en daardoor benzine lekte. Het drong niet tot me door dat dit wel erg veel benzine was als het alleen om de benzine uit de vlotterkamer ging.
Dit heeft een aantal weken geduurd, want de laatste weekeinden waren wel erg mooi en te mooi om te sleutelen. Er werd dus gereden. Pas in November heb ik alles toch nog eens goed overwogen. Wat kon er nu mis zijn waardoor de carburateur bleef lekken, ondanks het feit dat ik na een toertocht de motor liet draaien met benzinekraan dicht totdat hij vanzelf door benzine gebrek dicht ging. Blijkbaar was het een samenloop van omstandigheden. De vlotternaald sluit (of sloot?) niet helemaal goed af en de benzinekraan ook niet.
Het benzinekraantje is er een van het schuiftype. Een pen met aan het eind een rond kurkje er op schuift over het benzine doorstroom kanaal en sluit deze aldus af. Na honderden keren deze schuifbeweging gemaakt te hebben kun je je voorstellen dat het kurkje zal verslijten. Dit was dus het geval.
Gelukkig ben ik een zuipschuit en drink zo nu en dan wel eens sherry. Dit zijn bijna de enige drankflessen met een mooie gladde kurk, die je er zonder kurkentrekker en dus zonder beschadigingen uittrekt. Dit is handig om ze helemaal gaaf te houden. Ik pak dus zo’n sherry kurk, verwijder het plastic bovenstuk en boor er een gat doorheen met de diameter ter grootte van de schuifpen. Daarna doe ik er een lange bout doorheen met aan weerszijde van de kurk een ringetje met de diameter die de kurk moet krijgen (toevallig?). Ik zet de kurk tussen de twee ringetjes vast met een moertje. Dan klem ik de bout in mijn boormachine, die ik op zijn beurt weer in de bankschroef klem (goedkope draaibank) en zet hem aan op de langzaamste stand. Dan pak ik eerst een grove vijl en houd deze tegen de draaiende kurk. Aangezien deze niet gecentreerd is voel ik dat hij alleen bepaald delen pakt, maar dat wordt allengs beter. Daarna een fijner vijl en uiteindelijk een stukje schuurpaper. Totdat de kurk precies de diameter van beide ringetjes heeft. Vergelijking met het oude kurkje toont een duidelijk verschil van wel een millimeter. Nu alleen nog op maat snijden en op de schuifpen monteren, even in de benzine leggen, zodat de kurk doorweekt wordt en dan weer in de kraan monteren.
Ook de vlotternaald is nog een keer losgehaald en weer gemonteerd en ik het is nu alweer enkele dagen stankvrij in de garage (de lucht drong zelfs door tot in huis). Zo zie je maar dat je altijd eerst moet nadenken voordat je wat doet. Op dit moment lekt de carburateur niet meer, dus ik denk dat èn de vlotternaald èn de benzinekraan met zijn nieuwe kurkje weer goed afsluiten.
The Story with Royal Enfield Motorcycles Photographs